MEI 2025
Die ochtend, 7 mei, dat Hanna jarig was hebben we ‘s morgens met de familie nog even koffie met gebak genuttigd. Even over twaalf vertrokken we richting Epen, we zouden daar die avond bij de Gerardushoeve gaan eten.
Het eten bij de Gerardushoeve, waar we ons op hadden verheugd, had niet datgene wat we eerder hadden ervaren. Misschien ligt dit wel aan ons, de biefstuk was wat aan de taaie kant, je had je tanden echt nodig. Toch was het gezellig en fijn om hier met z’n tweetjes te zijn.
Bijna een week lang genoten we van deze plek, we wandelden door het Onderste Bos, langs de Heimans krijtrots en beklommen menig minder begaanbaar pad.
Op vrijdag gingen we met z’n drieën naar Maastricht, lekker makkelijk met de bus. In Maastricht kregen we weer dat gevoel van ‘vakantie zonder eind’ over ons. Op het terrasje, waar we een plekje buiten de zon konden vinden, het was immers met 25 graden behoorlijk warm, genoten we van twee broodjes. Hanna nam een broodje met lauwwarme gehakt en ik had een broodje spek met ei. Dit broodje was de prijs dubbel en dwars waard, het was zo’n broodje dat in vroegere tijden door de boeren werd gegeten, tig eieren met heel veel spekblokjes.
Op 12 mei hebben we toch maar een lekkere lunch bij de Gerardushoeve genomen, dit ook vanuit de gedachte dat het misschien wel de laatste keer zou zijn. Mocht deze lunch ook tegenvallen, dan zouden we dit restaurant afschrijven. Maar, we hebben weer dat gevoel van eerder teruggevonden, Hanna’s pasteitje en mijn limburgse salade voldeden ruimschoots aan onze verwachting en het toetje, een bordje met heerlijk ijs en lekkere garnering, konden we zien als die bekende kers op die overbekende taart.
Na een week, want we hadden regelmatig ons verblijf met een dag verlengd, was het duidelijk, we zouden de volgende dag naar Brunssum gaan en daarna zou de Eifel volgen.
Om ons verblijf in Epen compleet te maken, moesten we Gulpen nog met een bezoek vereren. We besloten dit zonder Roxy te doen, zij kon genieten van de rust in een koele camper. Daarom besloten we om ‘s middags met de bus naar Gulpen te gaan. Aan de overkant stopte een wit busje en de chauffeuse van dit busje opende haar raam. Een vrolijk donker gezicht, versierd met een geblondeerde pruik, werd zichtbaar. Haar stevige vrouwenstem vroeg ons wat onze bestemming was. Toen zij hoorde dat wij naar Gulpen moesten, liet zij ons weten dat zij naar Gulpen reed. We kregen te horen dat onze bus niet reed, i.v.m. werkzaamheden in Mechelen. Deze voloptueuze donkere dame met haar geblondeerde pruik, was een eerste klas chauffeuse waarbij de vrolijkheid aangeboren was, bracht ons met een kleine omweg, maar binnen een recordtijd, naar het busstation in Gulpen.
Natuurlijk moesten we in Gulpen een bezoekje aan onze vaste bakker brengen, want een stukje vlaai gaat er altijd in. We lieten de vlaai en een half brood in de winkel achter, op de terugweg zouden we het weer ophalen. Na de bakker kwamen de twee bekende winkeltjes voor kleding en schoenen. Het terrasmoment brak aan, de keuze van het terras was moeilijk, de afwezigheid van vlaai vergemakkelijkte onze keus. We gingen zitten voor de koffie met vlaai, maar het werden twee heerlijke sorbets. Zelden hebben we zo genoten van een sorbet, een aanrader voor de volgende keer: sorbet aardbei of cookies bij Brasserie de Kroon. Na de sorbet nog even vleeswaren bij de Hema halen en dan ontdek je dat je niet in het Noorden bent: Hema hier heeft geen vleeswaren. De slager, twintig meter verderop was onze oplossing.
De terugweg was begonnen. Na het ophalen van de vlaai hoefden we alleen over te steken en stonde we bij het busstation. Helaas wist geen enkele chauffeur ons te vertellen welke bus we moesten hebben. Alles was door Arriva in het Noorden geregeld en hier wist niemand hoe het was georganiseerd. Een chauffeur wilde ons helpen, hij wist, nadat hij zijn telefoon geraadpleegd had, dat we met hem mee konden reizen tot Hoogcruts. Daar moesten we uitstappen en aan de overkant weer bij een wit busje instappen. Deze man had ons vertrouwen gewonnen en we stapten in. Dit keer moesten we wel inchecken, want dit was een lijnbus. Aangekomen bij Hoogcruts liet de chauffeur, die waarschijnlijk begon te twijfelen aan zijn eigen handelen, ons de foto zien van de halte welke door Arriva in het Noorden was doorgestuurd. De foto kwam overeen met de halte aan de overkant, wij waren tevreden. De chauffeur liet ons nogmaals weten dat er straks een busje vanuit Mechelen kwam en hier zou draaien om terug naar Mechelen te rijden en hij zou ons dan bij de juiste halte afzetten.
Een half uur later kwam de bus uit Maastricht en op onze vraag of hij iets over het witte busje wist, kon hij alleen maar vertellen dat die hier niet kwam. Maar misschien zou hij wel verderop kunnen komen. Een passagier was uitgestapt en nam ons op sleeptouw, hij moest dezelfde kant op.Deze man, het type ome Kep en begenadigd met de stem van ome Kep zei alleen maar dat het wachten beloond zou worden, want uiteindelijk zou er wel een busje komen. Een dertig meter verderop, aan de andere kant van de kruising stond een bushalte waarop aangegeven was dat het een tijdelijke halte was. Na tien minuten krikte deze man zijn zelfvertrouwen behoorlijk op, want zijn riedeltje over wachten en belonen werd herhaald. Vanaf nu kwam dit riedeltje regelmatig terug.
Een prachtige donkere BMW stopte voor de halte en de man in kwestie zei blij: ‘zie je wel, het wachten wordt beloond’. Hij sprak even met de bestuurster van de BMW en draaide zich toen naar ons om. De bestuurster van de BMW vond het goed en bood ons een lift aan, tot bij de camping. het was een heerlijk ritje, comfortabel en geruisloos zoefde deze BMW over het bochtige parcours naar de Gerardushoeve, daar kon de bestuurster ons laten uitstappen. Wij waren heel blij dat we terug bij de camping waren, zij het ruim drie uur later dan onze planning was. Roxy was gewoon dolgelukkig en sprong weer vrolijk om ons heen.
Omdat de route naar Brunssum normaal via Mechelen loopt, en de weg in Mechelen afgesloten is, moesten we de volgende dag de andere kant oprijden. Daarom kwam er ook een andere camperplaats voor het voetlicht: de stuwdam van La Gileppe.
Een paar uurtjes later stonden we op de plek naast de uitzichttoren van de stuwdam. Nadat we ons geïnstalleerd hadden, gingen we naar de uitzichttoren, uiteindelijk gingen we met de glazen buitenlift naar boven en genoten we in het restaurant, onder het genot van een plaatselijk biertje, van een schitterend uitzicht. Het biertje had de toepasselijke naam “Lionne, bierre de la Gileppe’.

Onze doelstelling van van de volgende dag was een fietstocht rondom het meer, maar de frisheid en de mistige regen deden ons anders beslissen. Na veel overwegingen hebben we besloten om nog een keer naar het biermuseum te gaan.
Na een fikse wandeling door het voor ons reeds bekende bos, hebben we heerlijk in onze eigen camper geluncht. Na de lunch hebben we in het museum onze plaatsen voor vanavond gereserveerd. De fietsen staan klaar om vanmiddag nogmaals van de bosrijke omgeving te genieten. Voor Roxy zal dat een rustmoment worden.
Het was een stevige fietstocht. De heenweg ging door het bos, naar de leisteenmijn. We konden de mijn niet meer vinden, daarom reden we door tot aan de weg en daar zagen we de bordjes naar de mijn weer staan. We hebben de mijn gevonden en constateerden dat we er ook aan de andere kant (in het bos) langs gereden waren. Omdat men alles aan het verbouwen is, konden we de plek niet terugvinden en konden we niet in de mijn terecht. Terug naar de camper over de gewone weg, dat betekende dat we tegen een paar hellingen, waarbij de Cauberg niets voorstelt, op fietsen. Dat heerlijke pasteitje van die avond hadden we dubbel en dwars verdiend. Met twee mooie bierglazen liep ik die avond terug naar de camper.
De volgende ochtend besloten we weer om verder te rijden en via allerlei omzwervingen, in gedachten en deels door ze te rijden, zijn we in Prüm terechtgekomen. We staan, naast het kleine winkelcentrum, op een camperplaats. Het is een goede plek en ook hier straalt de rust je tegemoet.

Aan het eind van de dag besloten we om bij het Brauhaus te gaan eten. Onder het genot van pul lekker Prümer dunkel nam Hanna haar eerste schnitzel en ik nam een overheerlijke Flammkuchen. Ook deze avond werd met een verzadigd gevoel afgesloten.
Het was weer een zeer frisse ochtend, wel niet zo koud als de ochtend hiervoor. We besloten om verder te rijden en we hebben vooraf de verschillende opties bekeken. Op het laatste moment kozen we voor Zeltingen en hebben we weer een plekje op de voor ons bekende camperplaats ingenomen.
Na de lunch zijn we gaan fietsen, naar Ürzig. We hebben daar lekker over de rommelmarkt gestruind en hebben eigenlijk niets bijzonders gekocht. Alleen Hanna heeft wat ouderwetse fournituren gekocht. Zo’n twee uur na ons vertrek waren we weer terug bij Roxy.
Het mooie weer van de afgelopen weken was vandaag weer minder aanwezig, soms zat je in je lange broek met dikke jas aan buiten, dan weer zonder jas en uiteindelijk werd het ook een korte broek met dun shirt. Het waren de wolken die ons deden lachen en huilen.
We verheugen ons op vanavond, we willen aan de overkant gaan eten en drinken, op de binnenplaats. Roxy mag daar ook komen. Het resultaat is voor morgen.
Helaas, onze wijnboer gaf niet thuis en zijn we maar wat gaan wandelen. Hierdoor kwamen we bij een andere wijnboer terecht en konden we even meegenieten van zijn “Hoffest”. Deze wijnboer had prima wijn, maar het eten sprak ons niet aan. Terug bij de camper hebben we zelf gekookt en dat was lekker.
De hele avond konden we buiten zitten en rond acht uur besloten we pas naar binnen te gaan.
De volgende ochtend zijn we gaan fietsen en hebben we ons geld in Bernkastel uitgegeven. Hoe toeristisch ook, het blijft een plek waar we graag komen en waar we steeds dezelfde winkeltjes bezoeken.

In de namiddag hebben we een fles wijn gekocht, dezelfde die we gistermiddag hadden geproefd, en zijn we met z’n drieën onder de luifel gaan zitten lezen en niets doen. In dit laatste is Roxy overduidelijk kampioen, ongegeneerd ligt ze daar in het gras en laat ze zich verzorgen en als tegenprestatie jaagt ze onwelkome gasten weg.
Wat we morgen gaan doen staat nog open, rijden of nog genieten van de laatste mooie dag.
Het was gisteren een heerlijke dag, met een redelijk stevige fietstocht. Gestopt bij het voormalige Klooster van Zeltingen en daar wat Kloosterbier gekocht. De Weisse was heerlijk, wanneer de andere smaken aan de beurt komen weten we nog niet. Bij de camper kwam ik tot de ontdekking dat mijn achterband was leeggelopen. Het plakwerk begon en mocht ik drie keer herhalen. Helas nog steeds geen succes. De enige oplossing is het plaatsen van een nieuwe binnen- en buitenband. De buitenband is op sommige plekjes veranderd in gaas, en de binnenband is hier het eerste slachtoffer van geweest.
Vandaag zijn we gaan rijden en hebben ons plekje in Brunssum ingenomen. Bij onze eerste wandeling genoot Roxy weer optimaal, als een uitgelaten hond rende ze door de Rode Beek, stroomopwaarts en stroomafwaarts. Ze kon haar geluk niet op. Bij het bewonderen van de prachtige natuur kwamen we in gesprek met een andere natuurliefhebber, Hanna liet haar gemaakte natuurfoto’s zien en de goede man vond ze mooi, daarom wilde hij ons wat prachtige opnames van de Brunssumerhei tonen. Hij liet ons bevers zien die aan het werk waren, gewoon vijf meter van ons vandaan. Ook had hij het geluk gehad om ‘s avonds een wolf te spotten, ook bij de plek waar wij stonden. Zo’n dag wil je het liefst elke dag meemaken.
Vanmorgen zijn we gaan wandelen, fiks gaan wandelen. Soms mocht Roxy los, maar veelal moest zij aan de lijn. Het was weer een prachtige ochtend. Na de lunch besloten we richting huis te gaan en dat betekende dat we ons tripje hebben afgesloten en mijn conclusie is nu dan ook dat we de ‘wijn in mei’ onvoldoende hebben mogen ervaren. Maar, nieuwe kansen liggen altijd op de loer.